om zeep gaan (zijn)
(1598) (euf. of sch.) doodgaan, sterven; in zwijm vallen. Eigenlijk: uitgaan om zeep te halen. Vandaar: voornemen om weg te kunnen gaan en in die zin: weggaan, verdwijnen, sterven. • Hy is om zeep. Dat zegt men van ymand, die verre van honk gereist is, en lichtelyk nooit zal wederkomen. De reden van dit spreekwoord is my duister. Zoude het nie...