Wat is de betekenis van olympisch?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Olympisch

Olympisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. van Olympia 2. als van de goden op de Olympus

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

olympisch

olympisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-lim-pies 1. wat te maken heeft met Olympia, ter ere van wie om de vier jaar de Pan Helleense Spelen werden gehouden ♢ een keer in de vier jaar zijn er Olympische Spelen Bijvoeglijk naamwoord: o-li...

2024-04-27
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

olympisch

(bn) SP - betrekking hebbend op de Olympische Spelen: een olympisch jaar, jaar waarin er Olympische Spelen gehouden worden; een olympisch record, een record dat op de Olympische Spelen gevestigd is; een olympische haan, wielerbaan die geschikt is voor de Olympische Spelen en andere grote wedstrijden; olympisch goud, een gouden medaille, op de Olymp...

2024-04-27
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

olympisch

(bn) SP - betrekking hebbend op de Olympische Spelen: een olympisch jaar, jaar waarin er Olympische Spelen gehouden worden; een olympisch record, een record dat op de Olympische Spelen gevestigd is; een olympische baan, atletiekbaan die geschikt is voor de Olympische Spelen en andere grote wedstrijden; olympisch goud, gouden medaille behaald op de...

2024-04-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Olympisch

Olympisch.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Olympisch

bn., 1. tot de Olympus behorend; — als van de goden op de Olympus: een Olympische kalmte bewaren; 2. van Olympia: de Olympische spelen, plechtige openbare volksspelen die als een verenigingsband tussen alle Griekse volksstammen om de vier jaren bij Olympia gehouden werden; — thans als ben. voor de grote internationale sportwedstrijden...

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Olympisch

van de Olympus; ~e spelen, o. mv. volksspelen en krachtoefeningen In het oude Grieken land, om de 4 jaren gehouden, de laatste decennia we der om de 4 Jaren gehouden door deelnemers uit de gehele wereld ln een telkens aan te wijzen land.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Olympisch

bn. (tot Olympia [ook: de Olympus] behorend); de Olympische spelen, o.-Griekenland: volksspelen, van 776 v. C. tot, ± 400 n. C., om de vier jaar gehouden; zie Olympia; thans: sportoefeningen in navolging van de Gr. o.a. te A’dam 1928.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Olympisch

(o'limpis) bn. 1. van, betreffende de Olymp, Olympia. 2. olympisch van, betreffende de moderne olympische spelen.