Olim
[Lat.] eens, vroeger, eertijds, voorheen; in de dagen van olim, indertijd.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), voorheen, voormaals, eertijds; — (spr.) in de dagen van olim (toen de kippetjes keurslijven droegen), in vroeger dagen.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
adv. 1. (in het verleden) eertijds, eens, vroeger, voorheen; reeds lang, sinds lange tijd. | (in de toekomst,) eenmaal, eens, in het vervolg, later. 2. bij tijden, nu en dan, somtijds, gewoonlijk.
M. J. Koenen's (1937)
bw. (Lat. voorheen, eertijds, voorplaats); zegsw. in de dagen van olim, in oude, lang verlopen dagen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: