Wat is de betekenis van Olim?

2023-05-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Olim

[Lat.] eens, vroeger, eertijds, voorheen; in de dagen van olim, indertijd.

Direct toegang tot alle 15 resultaten over Olim?

Word nu vriend van Ensie
2023-05-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Olim

eertijds

2023-05-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Olim

vroeger; zu Olims Zeiten, in ’t jaar nul, in de dagen van Olim.

2023-05-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Olim

(Lat.), voorheen, voormaals, eertijds; — (spr.) in de dagen van olim (toen de kippetjes keurslijven droegen), in vroeger dagen.

2023-05-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ōlim

adv. 1. (in het verleden) eertijds, eens, vroeger, voorheen; reeds lang, sinds lange tijd. | (in de toekomst,) eenmaal, eens, in het vervolg, later. 2. bij tijden, nu en dan, somtijds, gewoonlijk.

Lees verder
2023-05-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

olim

(Lat.) voorheen, eertijds, voormaals; in de dagen van in t jaar nul.

2023-05-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

olim

bw. (Lat. voorheen, eertijds, voorplaats); zegsw. in de dagen van olim, in oude, lang verlopen dagen.

2023-05-29
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

olim

(Lat.), eertijds.

2023-05-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

olim

('o:lim) bw. [Lat.] eertijds, voorheen, voormaals: in de dagen van -.

2023-05-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

olim

[Lat.], voorheen, voormaals, eertijds; (zegsw.) in de dagen van olim (toen de kippetjes keurslijven droegen), in vroeger dagen.

2023-05-29
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

olim

olim - voorheen, eertijds; „in de dagen van olim” : in vroegeren tijd.

2023-05-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Olim

lat., voorheen; in de dagen van olim: heel heel lang geleden, in het verreverleden,

2023-05-29
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Olim

Lat., voorheen, vroeger: de dagen van olim.

2023-05-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Olim

Olim voorheen, voormaals, eertijds; (spr.) in de dagen van olim, in vroegere dagen.

2023-05-29
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

olim

olim - bijw. voorheen, voormaals, eertijds