Wat is de betekenis van Oliekoek?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

oliekoek

1) (18e eeuw) (scheldw.) domoor. Er bestaat ook een uitdrukking ‘zo dom als een oliekoek’. Een oliekoek is een ronde, in raapolie gebakken koek, bestaande uit meel, krenten, eieren en stukjes appel. De domheid verwijst misschien naar de raapkoek, veevoer vervaardigd van samengeperst raap- of koolzaad. ‘Oliekoeken’ is ook een...

2024-04-27
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Oliekoek

domoor; sufferd. Er bestaat ook een uitdrukking zo dom als een oliekoek. Een oliekoek is een ronde, in raapolie gebakken koek, bestaande uit meel, krenten, eieren en stukjes appel. De domheid verwijst misschien naar de raapkoek, veevoer vervaardigd van samengeperst raap- of koolzaad.Oliekoeken is ook een spotnaam voor de Bolswarders (Bolsward is ee...

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oliekoek

m. (-en), 1. ronde koek, bestaande uit meel, krenten, eieren, aan stukjes gesneden appelen enz., in raapolie gebakken; 2. raap- of lijnkoek.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oliekoek

m. oliekoeken (ronde koek met krenten enz., in raapolie gebakken; raap-, lijnkoek).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oliekoek

(’o:li) m. (-en) 1. [koek, gebak] ronde koek bestaande uit meel met krenten enz. in (raap)olie gebakken: dat is geen waard, geen zier. 2. [koek, voor vee] raap- of lijnkoek als veevoeder gebruikt.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oliekoek

m. (-en), 1. ronde koek, bestaande uit meel, krenten, eieren, aan stukjes gesneden appelen enz., in raapolie gebakken; 2. raapof lijnkoek; (zegsw.) zo dom als een oliekoek, sufferd.

2024-04-27
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Oliekoek

zie Lijn- en Raapkoek.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oliekoek

Oliekoek m. (-en), ronde koek, bestaande uit meel, krenten, eieren, aan stukjes gesneden appelen enz., in raapolie gebakken; (fig. gemeenz.) niet een oliekoek, geen oliekoek, niet het allerminste, geen zier; — raap- of lijnkoek, die tot mesting aan de beesten als voeder wordt gegeven; — (overdr.) (nat. hist.) eene soort van trompethoorn...