Wat is de betekenis van Ojief?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ojief

ojief - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) rand als versiering met een doorsnee die half hol en half bol is 2. (militair) versiering op geschut in de vorm van een band die half hol en half bol is 3. minder oorspronkelijke vorm van ogief: kruisboog van een gewelf, spitsboog of kromme met een vergelijkbare gebogen vorm Woor...

2024-04-28
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Ojief

Ook: ogive. Profiellijst van een afwisselend holle en bolle lijn: beneden hol, boven hol, of andersom.

2024-04-28
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Ojief

Een lijst (grafsteen), waarvan de kromming en de dwarsdoorsnede half-bol en half-hol is.

2024-04-28
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Ojief

Profiel op de koppen van uitstekende balken.

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Ojief

zie ogief 2.

2024-04-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

ojief

ojief - Dubbelgewelfde lijstwerken waarbij het hooggelegen oppervlak concaaf is en het laaggelegen convex.

2024-04-28
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Ojief

lijst waarvan de kromming in dwarsdoorsnede half bol half hol is. VI en spreekt van klokojief of recht ojief wanneer de lijst (gesteld dat deze loopt langs een onderrand) boven hol begint en bol eindigt: van hielojief of verkeerd ojief inhet tegengestelde geval. In de classicistische bouwkunst spreekt men van kyma.

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ojief

lys waarvan die kromming in die dwarsdeursnee half hol, half bol is.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ojief

I. o. (ojieven), 1. (timm.) lijst waarvan de kromming in dwarsdoorsnede half hol half bol is ; klokojief of recht ojief, dat van onderen bol van boven hol is ; hielojief of verkeerd ojief, in het omgekeerde geval; 2. (geschutgieterij) sieraadsband aan geschut, waarvan de ene helft bol, de andere hol is; II. v., ojiefschaaf.