offerande i
( offə’randd) v. (-n, -s) I. Eig, 1. Alom. het geofferde : een welbehaaglijke -. Syn. zie offer. 2. Kat. lichaam en bloed van Kristus in de mis opgedragen. II. Metn. 1. offerplechtigheid. 2. Kat. deel van de mis, na het evangelie, waarin de priester het brood en de wijn opdraagt. 3. Kat. gebed, gezang daarbij. Syn. offertorium.