Wat is de betekenis van occasie?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

occasie

Het begrip occasie heeft 4 verschillende betekenissen: 1) gelegenheid; mogelijkheid. 2) gelegenheidsaanbieding. gelegenheid om iets, vooral een tweedehands artikel, voordelig te kopen; gelegenheidsaanbieding. 3) voordelig tweedehands artikel. gebruikt artikel dat voordelig te koop wordt aangeboden; tweedehands artikel; koopje...

2024-04-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

occasie

tweedehands auto, tweedehandsje (informeel) Een socialist met een Porsche? Ourighali ziet geen problemen. ‘Het gaat om een occasie, gekocht in Duitsland’, zegt hij in L’Echo. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 6

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

occasie

(de, -s en bn.) gelegenheidskoopje, koopje, goedkope aanbieding - een occasie doen, iets voordelig kopen. Hier heeft men kennelijk goed verkocht, ofte weinig overgeproduceerd, want de toonzaal is leeg, op enkele reistassen na. In het café van The Mall drinken we een groot glas citroensap en overleggen we of we toch de occasie van ons...

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Occasie

[Lat. occasio, van occidere, occasum = ob-cadere= neervallen; gebeuren] geschikte gelegenheid.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Occasie

(okkazie) gelegenheid; geschikte tijd

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Occasie

gelegenheid; geschikte tijd; per occasie: bij gelegenheid

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Occasie

(<Fr.), v. (-s, ...siën), 1. gelegenheid, geschikte tijd; — bij (per) occasie, bij gelegenheid; 2. (Zuidn.) koopje, occasion.

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

occasie

v. gelegenheid, geschikte tijd.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

occasie

v. occasiën (Fr. [Lat. occasio]: gelegenheid, geschikte tijd, aanleiding; [gelegenheids)koopje); bij occasie; geen occasie hebben; Z.-N. per occasie, uit de tweede hand. (cc = kk).