Observator
(Lat.), m. (-s), waarnemer, opmerker, inz. hij die in een observatorium waarnemingen doet.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), m. (-s), waarnemer, opmerker, inz. hij die in een observatorium waarnemingen doet.
Wiktionary (2019)
observator - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die observeert (waarnemingen doet) Woordherkomst Naamwoord van handeling van observeren met het achtervoegsel -ator Synoniemen waarnemer Verwante begrippen mannelijke vorm van observatrice
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
observator - zelfstandig naamwoord uitspraak: ob-ser-va-tor 1. iemand die waarnemingen doet ♢ een observator stelde vast dat Joeri de wedstrijd gewonnen had Zelfstandig naamwoord: ob-ser-va-tor de observator ...
M. J. Koenen's (1937)
m. (Ned.) observators, observatoren; (Lat.) observatores (Lat. waarnemer; opmerker; hij, die waarnemingen doet op een observatorium, inz. sterrenkundige).
Jozef Verschueren (1930)
(opser'va:tor) m. (-s) [Lat.] 1. Algm. opmerker. 2. Inz. sterrenkundige waarnemer op een observatorium.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: