Wat is de betekenis van Nummeren?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

nummeren

(1988) (inf.) copuleren; een nummertje* maken. • ... met ‘n volle maag nog ‘n beetje gaan liggen nummeren. (Albert Mol: Haar van boven. 1988) • Ik werd zo wat kierewiet van d’r bedwelmende parfum en had ‘r al meteen willen nummeren. (Dirk Dufraing: Rock ‘n’ Roll. 1989) • Op de eerste rij zaten pr...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nummeren

nummeren - Werkwoord 1. (ov) een uniek getal aan iets hechten, gewoonlijk in oplopende rangorde Je moet de tabellen nog nummeren. Woordherkomst afgeleid van nummer met het achtervoegsel -en

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nummeren

nummeren - regelmatig werkwoord uitspraak: num-me-ren 1. iets of iemand een nummer geven ♢ deze bladzijden zijn niet genummerd Regelmatig werkwoord: num-me-ren ik nummer jij/u nummert...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nummeren

v., nûmerje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nummeren

(nummerde, heeft genummerd), 1. van een nummer voorzien: doorlopend nummeren; 2. (van in ’t gelid staande manschappen) zijn volgnummer afroepen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nummeren

nummerde, h. genummerd (een volgnummer geven; met nummers tekenen): bladzijden nummeren, de huizen van een straat nummeren; mil. commando: nummeren! elke man roepe zijn nummer in het gelid.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nummeren

('nummərən) (nummerde, heeft genummerd) van een nummer voorzien.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nummeren

(nummerde, heeft genummerd), 1. (overg.) van een nummer voorzien: doorlopend nummeren; 2.(onoverg.) (van in het gelid staande manschappen) zijn volgnummer afroepen; 3. (plat) neuken.