Wat is de betekenis van nippel?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nippel

(<Eng.), m. (-s), metalen mof met een schroefdraad op de buitenzijde ; wordt binnenin buizen gedraaid ten einde deze te verbinden : de nippels voor de spaken in rijwielen hebben inwendig een schroefdraad.

2025-07-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

nippel

Het begrip nippel heeft 7 verschillende betekenissen: 1) tepel. 2) tepelvormig constructiedeel. tepelvormig of buisvormig deel van een constructie. 3) spaaknippel. constructiedeel waarin een spaak van een wiel wordt gestoken en dat op de spaak vastgedraaid kan worden. 4) drinknippel. nippel waaraan dieren als varkens...

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nippel

nippel - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie) een tepel 2. (werktuigbouwkunde) een hol koppelstukje, meestal om een slang of buis op aan te koppelen Twee buizen koppelt men inwendig met een nippel, uitwendig met een mof. Antoniemen [2] mof Verwante begrippen [2] aansluitplug...

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nippel

tepel; (speek)verbingingsmof; deel van pompstofie.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nippel

m. nippels (tepelvormig, buisvormig voorwerp: naaf op haar buitenomvang beschroefd, dienende ter verbinding van buizen).

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Nippel

1) metalen pijp met uitwendigen schroefdraad v/h verbinden v. 2 pijpen of → mof met pijp; 2) tepelvormig verbindingsstuk met inwendigen schroefdraad v/d verbinding v. metalen spaak met wielnaaf (b.v. v. rijwiel).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nippel

(‘nippəl) m. (-s; -tje) Eng. nipple, tegel] tegelvormig, van buiten beschroefd buiseinde dat in een andere buis wordt geschroefd om deze te verbinden.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nippel

[Eng., tepel], m. (—s), tepel; m.n.: een pijpstuk met buitendraad waarop aan weerszijden een buis geschroefd kan worden om pijpen te koppelen; het snijstempel, met een doorsnede in de vorm van het te ponsen gat, gebruikt in de ponsmachine; smeernippel, aansluitstukje, waar de smeerpers, met olie of vet op past en die voorzien is van een te...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nippel

Nippel m. (-s), eene metalen mof op haar buitenzijde beschroefd; hij wordt binnenin de buizen gedraaid ten einde deze te verbinden; ook dienende om eene gummibuis aan eene gasbuis te verbinden.