Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

nippel

betekenis & definitie

[Eng., tepel], m. (—s), tepel; m.n.: een pijpstuk met buitendraad waarop aan weerszijden een buis geschroefd kan worden om pijpen te koppelen; het snijstempel, met een doorsnede in de vorm van het te ponsen gat, gebruikt in de ponsmachine; smeernippel, aansluitstukje, waar de smeerpers, met olie of vet op past en die voorzien is van een terugslagklepje; spanschroef aan de velgzijde van een draadspaak, b.v. in een fietswiel.

< >