Wat is de betekenis van nipneuken?

2025-07-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

nipneuken

(20e eeuw) (Dordrecht, inf.) zeuren, zaniken. • Nipneuke: muggeziften; zeuren; zaniken ("leg nie zo allemaggies te nipneuke!") (Sibrand de Grauw en Gerard Gast: ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes. 2014)

Gerelateerde zoekopdrachten