neutje
neutje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord neut
Wiktionary (2019)
neutje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord neut
Ewoud Sanders (2019)
Toen het tijdschrift Noord en Zuid in 1881 en 1882 twee lijstjes met Nederlandse en Vlaamse borrel namen afdrukte, stond neutje daar nog niet bij. Het woord is dan ook pas aan het einde van de 19de eeuw voor het eerst gevonden. Sindsdien is het althans in Nederland -uitgegroeid tot een van de allerbekendste borrel namen. Het woord is in 1897 voor...
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
(< neut, iets kleins), borreltje: De majoor ging met zijn sombere adjudant aan een tafeltje zitten en bestelde een neutje, CARMIGGELT in Het Parool 17-11-1961.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: