Wat is de betekenis van Netscher?

Caspar (1639—1684), Ned. schilder van portretten en genrestukken, beroemd om zijn stofweergave, met name v. satijn. Frans (1864-1923), Ned. schrijver van naturalist.-impressionnistische prozawerken, o.a. Studies naar het naakt model, Egoïsme, De Paarden.

1) C. (1636/’84), Ned. schilder v. portretten en genrestukken; 2) F. (1864/1923), Ned. schrijver.

1° Caspar, schilder. * 1639 te Heidelberg, ♱ 15 Jan. 1684 te Den Haag. Leerling van G. Terborgh, die zijn kunst blijvend beïnvloedde. Hij schilderde portretten en, vooral in zijn vroegen tijd, genre-stukken, waarin hij zijn grooten meester trachtte te evenaren. Zijn werken munten uit door een geraffineerde stofuitdrukking en door zorgvuld...

('netsjər) 1. (Caspar) Nederlands schilder, ° 1639 te Heidelberg, 1661 te 's-Gravenhage, waar hij 15 jan. 1684 overleed; schilderde vooral portretten en genrestukken en was beroemd om zijn weergave van stoffen o. a. satijn. 2. (Frans) Nederlands schrijver, ° 30 apr. 1864 te 's-Gravenhage, ♱ 19 nov. 1923 te Zandpoort (gem. Ve...

Casper Netscher, een verdienstelijk Nederlandsch schilder, geboren te Heidelberg in 1639, vertrok reeds op tweejarigen leeftijd met zijne moeder naar de Nederlanden, ontving onderwijs van Koster te Utrecht en van Terburg te Deventer, begaf zich, toen hij 30 jaren oud was, op reis naar Italië, maar trad te Bordeaux in het huwelijk met eene dochter v...