Wat is de betekenis van neerstrijken?

neerstrijken - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van neer en strijken

neerstrijken - onregelmatig werkwoord uitspraak: neer-strij-ken 1. gaan zitten of gaan wonen ♢ we streken neer op een lekker terrasje Onregelmatig werkwoord: neer-strij-ken ik strijk neer (... ik neerstrijk)...

neerstrijken: peloton dat een ontsnapte renner of een ontsnapt groepje inhaalt.

v., del-, plat-, sljochtstrike; (zich neerzetten), delstrike, -saeije, jin delsette.

(streek neer, heeft en is neergestreken), 1. iets strijkend of stromend naar beneden halen; 2. platstrijken : de naden van enig naaiscl neerstrijken ; 3. laten zakken: de vlag neer strijken; de broek neerstrijken ; 4. (van vogels) na een vlucht zich neerzetten : een koppel patrijzen is daar neergestreken ; 5. (van mensen) ergens neerkomen, te lan...

('ne:r) (streek neer, neergestreken) I. (heeft) 1. strijkend naar beneden halen : een mouw -. 2. laten zakken : een zeil, een mast -. II. (is) 1. in de vlucht naar beneden strijken, komen : de vlieger streek zachtjes op het vliegveld neer. 2. belanden, komen : heel het gezelschap kwam bij ons ’s middags neergestreken.

(streek neer, heeft en is neergestreken) (van vogels) na een vlucht zich neerzetten: een koppel patrijzen is daar neergestreken; (van mensen) te land komen, plaatsnemen: de zwervers zijn na een barre tocht hier neergestreken.

...

...