Wat is de betekenis van Necker?

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Necker

1° Jacques, Fransch politicus. * 30 Sept. 1732 te Genève, ✝ 9 April 1804 te Coppet (Zwits.). N. was een Zwitsersch bankier, die zich in Parijs vestigde en daar aan enkele politieke geschriften en zijn gecultiveerde populariteit de benoeming tot minister van Lodewijk XVI dankte (1776), al was hij geen staatsman. Omdat hij in zijn Compte r...

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Necker

(nek'ker) (Jacques) Frans staatsman. ° 1732 te Genève, bankier te Parijs, 1777 minister van Flnanciën, moest wegens een openbaarmaking van de treurige toestand der schatkist 1781 ontslag nemen, 1788-1790 opnieuw minister van Financiën, ✝ 1804.

2024-04-28
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Necker

Necker (Jacques), een beroemd minister van Financiën onder Lodewijk XVI van Frankrijk, werd geboren den 30sten September 1732 te Genève, waar zijn vader, afkomstig uit Brandenburg, hoogleeraar in de regten was. Hij wijdde zich eerst aan de studie der oude letteren, bepaalde zich daarna bij den handel, en kwam in 1750 in dienst op het bankierskantoo...

2024-04-28
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Necker

1) zie NECKAB. 2) rivier in 't zwils. kanton St.-Gallen, ontlast zich bij Lütisburg in de Thur, na het 3 uren gaans lange Necker-dal gevormd te hebben.

2024-04-28
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Necker

Nicer, Nicrus, Neccarus flu. German. in ducatu VVirtenberghensi.