Wat is de betekenis van Natnek?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

natnek

(1937) (inf.) dronkaard; arrogant persoon. Syn.: nathals*; waardeloze kerel; vent van niks. • Een paar maanden later kwam de rekening en het was of de wereld verging... ’Vijf gulden?! Is ie zot? Voor wie ziet ie me-n-aon? Denkt ie, dat ie 'nen boer veur hee? Vijf guide veur 'nen hond! Zo'ne natnek! In gkt vijfduzend jaor!’... (A. R...

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Natnek

waardeloze kerel; vent van niks. Soms ook: een verwaand persoon. Die natnek loopt rond, alsof iedereen belangstelling voor hem heeft. (Mare Hofkamp en Wim Westerman, Aso’s, Bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek, 1989) ‘He, natnek,’ riep aangesprokene zeer verontwaardigd. (Het Parool, 01/08/1996) Wat een natnek is...

Gerelateerde zoekopdrachten