Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Natnek

betekenis & definitie

waardeloze kerel; vent van niks. Soms ook: een verwaand persoon.

Die natnek loopt rond, alsof iedereen belangstelling voor hem heeft. (Mare Hofkamp en Wim Westerman, Aso’s, Bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek, 1989)

‘He, natnek,’ riep aangesprokene zeer verontwaardigd. (Het Parool, 01/08/1996)

Wat een natnek is die Haagse hoofdofficier van justitie H. Moraal, (www.geenstijl.nl., 10/11/2004)

kijk onder nathals.