Wat is de betekenis van naspel?

naspel - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek) de dans, toneel of muziek ter afsluiting van een theaterstuk, opera, ballet etc. ♢ In het naspel hoort men het typische motiefje nog enige malen terug. 2. (seksualiteit) de anticlimax na de coïtus Woordherkomst samenstelling van na en spel...

musiekspel na lied of gesang; kort toneelstuk wat na eintlike stuk gespeel word.

o. (-en), 1. kort toneelstuk dat na het eigenlijke stuk wordt gespeeld; 2. orgelspel op het einde van een vers of van de godsdienstoefening; 3. instrumentaal slot van een lied of aria; 4. (fig.) iets dat gebeurt na afloop en als vervolg van iets anders: het naspel van de wereldoorlog.

Eindspel, waarbij 't eerst recht begint.

o. naspelen (muz. [orgel]spel na het gezang: instrumentaal slot van een lied of aria: ton. kort stukje, meestal een blijspel of klucht na een toneelspel): fig. het naspel van de verkiezingen.

1) orgelstuk, gespeeld aan het eind van de godsdienstoefening, terwijl de gemeente de kerk verlaat (postludium); 2) thematisch uitgewerkt slotdeel van de begeleiding van een wereldlijk zangstuk (lied of liedercyclus, b.v. het slot van Schumanns Frauenliebe und -leben).

('na:) o. (-en; -letje) I. Eig. spel dat na iets anders komt nl. 1. orgelspel na het gezang. 2. kort toneelspel na het eigenlijke stuk. II. Metn. wat gebeurt na afloop en als gevolg van iets anders: het van een oorlog.

Naspel - (muz., Lat, postludium), 1) een stuk, dat op het orgel na afloop der godsdienstoefening gespeeld wordt. 2) het instrumentaal slot van een vocale compositie.

o. (-en), 1. kort toneelstuk dat na het eigenlijke stuk wordt gespeeld; 2. orgelspel op het einde van een vers of van de godsdienstoefening; 3. instrumentaal slot van een lied of aria; 4. (fig.) iets dat gebeurt na afloop en als vervolg van iets anders: het naspel van de Tweede Wereldoorlog, van de revolutie.