Naar dat de man is, is zijne kracht.
Kracht, Richt. 8: 21. Dit spreekwoord is overgenomen, uit Richt. 8: 21, waar het met klein verschil aldus luidt: naar dat de man is, zoo is zijne macht. Het wordt daar ook als spreekwoord gebruikt door twee Mideanietische vorsten, Zebah en Salmoena. De aanleiding daartoe was deze: nadat Gideon zijne groote overwinning op de Mideanieten beha...