Wat is de betekenis van Mispunt?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mispunt

o. (-en), 1. (bilj.) misstoot waardoor men de tegenpartij een punt bezorgt: hij gaf een mispunt, hij raakte geen enkele bal; — 2. (scheldnaam) ongeluk, beroerling, spook: wat een mispunt!

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

mispunt

(19e eeuw) (scheldw.) vervelend, hatelijk persoon. Eigenlijk een term uit het biljartspel: stoot waarbij men geen der ballen raakt en de tegenpartij dus een punt krijgt. In die betekenis nog terug te vinden in de ‘Camera Obscura’ van Hildebrand. De betekenisovergang naar ‘hatelijke vent’ is te vergelijken met het scheldwoord...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mispunt

mispunt - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) beroerd persoon, ellendeling Woordherkomst samenstelling van mis(bijvoeglijk naamwoord) en punt

2025-07-17
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Mispunt

vervelend, hatelijk persoon. Eigenlijk een term uit het biljartspel: stoot waarbij men geen der ballen raakt en de tegenpartij dus een punt krijgt. In die betekenis nog terug te vinden in de ‘Camera Obscura’ van Hildebrand. De betekenisovergang naar ‘hatelijke vent’ is te vergelijken met het scheldwoord klier: iemand die gez...

2025-07-17
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Mispunt

Een mispunt is het missen van een punt bij het een of andere spel. In die zin gebruikt Hildebrand het in de Camera Obscura, wanneer hij vertelt hoe Pieter zich verstout pot te spelen in De Noordstar. ‘Met een mispunt’, lezen wij daar, ‘besloot hij zijn carrière in het edele ballenspel’. Deze betekenis van het woord is...

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Mispunt

s.n., mispunt (it).

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mispunt

o. -en; 1. biljart: mislukte keustoot: hij maakte een mispunt; 2. fig. een min persoon; ongeluk: wat een mispunt!

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mispunt

('mis) o. (-en; -je) 1. Eig. misstoot bij het biljartspel, waardoor men de tegenpartij een punt bezorgt. 2. Metf. misselijk persoon, ongeluk : wat een-.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mispunt

Mispunt o. (-en), (bilj.) misstoot: hij gaf een mispunt, hij raakte geen enkelen bal (en bezorgde daardoor zijne tegenpartij eene punt); scheldnaam: ongeluk, engerd, spook. MISPUNTJE, o. (-s).