Mispunt
o. (-en), 1. (bilj.) misstoot waardoor men de tegenpartij een punt bezorgt: hij gaf een mispunt, hij raakte geen enkele bal; — 2. (scheldnaam) ongeluk, beroerling, spook: wat een mispunt!
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), 1. (bilj.) misstoot waardoor men de tegenpartij een punt bezorgt: hij gaf een mispunt, hij raakte geen enkele bal; — 2. (scheldnaam) ongeluk, beroerling, spook: wat een mispunt!
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (scheldw.) vervelend, hatelijk persoon. Eigenlijk een term uit het biljartspel: stoot waarbij men geen der ballen raakt en de tegenpartij dus een punt krijgt. In die betekenis nog terug te vinden in de ‘Camera Obscura’ van Hildebrand. De betekenisovergang naar ‘hatelijke vent’ is te vergelijken met het scheldwoord...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
mispunt - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) beroerd persoon, ellendeling Woordherkomst samenstelling van mis(bijvoeglijk naamwoord) en punt
Marc de Coster (2007)
vervelend, hatelijk persoon. Eigenlijk een term uit het biljartspel: stoot waarbij men geen der ballen raakt en de tegenpartij dus een punt krijgt. In die betekenis nog terug te vinden in de ‘Camera Obscura’ van Hildebrand. De betekenisovergang naar ‘hatelijke vent’ is te vergelijken met het scheldwoord klier: iemand die gez...
Dr. E. Schröder (1980)
Een mispunt is het missen van een punt bij het een of andere spel. In die zin gebruikt Hildebrand het in de Camera Obscura, wanneer hij vertelt hoe Pieter zich verstout pot te spelen in De Noordstar. ‘Met een mispunt’, lezen wij daar, ‘besloot hij zijn carrière in het edele ballenspel’. Deze betekenis van het woord is...
M. J. Koenen's (1937)
o. -en; 1. biljart: mislukte keustoot: hij maakte een mispunt; 2. fig. een min persoon; ongeluk: wat een mispunt!
Jozef Verschueren (1930)
('mis) o. (-en; -je) 1. Eig. misstoot bij het biljartspel, waardoor men de tegenpartij een punt bezorgt. 2. Metf. misselijk persoon, ongeluk : wat een-.
J.H. van Dale (1898)
Mispunt o. (-en), (bilj.) misstoot: hij gaf een mispunt, hij raakte geen enkelen bal (en bezorgde daardoor zijne tegenpartij eene punt); scheldnaam: ongeluk, engerd, spook. MISPUNTJE, o. (-s).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: