miesgasser
miesgasser - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) ongunstig persoon, akelig persoon Woordherkomst Herkomst: Bargoens Verwante begrippen mies
Wiktionary (2019)
miesgasser - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) ongunstig persoon, akelig persoon Woordherkomst Herkomst: Bargoens Verwante begrippen mies
Ewoud Sanders (2019)
smeerlap; kleingeestig iemand In 1897 voor het eerst opgetekend, in De Zaansche volkstaal van G.J. Boekenoogen. Boekenoogen vermeldt het in de vorm miesgaster en geeft als betekenissen ‘iemand die altoos zwart kijkt’ en ‘een stuursch, ontevreden persoon’. Als voorbeeldzin vermeldt hij: ‘Hè, wat ’n miesgaster’ en als afleiding miesg...
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
(< mies (I) + gazzer, varken), etter, nare man: Op een avond kreeg ik een pooier in mijn nek: ‘Weg jij hier! In dit gedeelte staan wij. Dese hoeren sijn allemaal van mij.’ ‘Fijn voor je,’ beet ik hem toe. Ik liet me niet van de wijs brengen door die miesgasser, FOKKENS 28.
Hans Heestermans (1977)
miesgasser - ‘sodemieter, vuilak’ (scheldwoord). Zie Boeventaal 45. mieter, zie sodemieter.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: