Wat is de betekenis van Merode?

2024-04-29
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

merode

(< Fr. aller a la maraude, op strooptocht gaan), armoede, ellende: Dus je laat mij in de merode zitten? Dan ben je een lauw toffe! SMIS2 44. mesjogge, mesjokke, mesjogaas (< Jidd. mesjoege < Hebr. mesjoeggo, krankzinnig), krankzinnig, gek: ‘Die gekke pooier heb me so aan me haar de trap afgetrokke ... Om weer te gaan peze.’......

2024-04-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Merode

armoede, bijv. in Bargoens in de merode zitten.Koster Henke geeft al merode‘nederlaag, armoede’; hij is nou in de merode‘hij is aan lager wal’. Ontleend aan het Frans, waar aller d la ma- raudeonder soldaten ‘plunderen op het platteland; op strooptocht gaan’ bet. In het Zuid- Nederlands werd op merode gaanvroeger gebruikt in de zin van ‘uit stelen...

2024-04-29
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Merode

Merode, De, Zuidnederlands adellijk geslacht in het prinsbisdom Luik, waarvan de leden in de 14e eeuw baronnen, sinds 1823 graven en vanaf 1929 prinsen waren. Vermeldenswaard is: Filippe Felix Balthasar Otten Ghislain (Félix) de Merode, Belgisch politicus, 13.4.1791 Maastricht, +7.2.1857 Brussel; zoon van Guillaume de Merode. Filippe speelde een b...

2024-04-29
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

MERODE

adellijk geslacht, vooral bekend in het bisdom Luik; leden ervan waren reeds in de 14de eeuw baronnen, werden in 1823 graven en sinds 1929 prinsen. In Noord-Brabant waren de heren van Merode half-heer van Oirschot en van Hilvarenbeek. De laatste, Ferdinand van Merode, baanderheer van Merode. burggraaf van Montfoort en markies van Deynse, moest zijn...

2024-04-29
Historische figuren van de Lage Landen

Dankers en Verheul (1965)

Mérode

Félix Philippe Balthasar Otto Ghislain de, (1791-1857) Zuidnederlands edelman, nam deel aan de Belgische Revolutie (1830-31). Was enkele malen minister, trad in 1839 af als tegenstander van afstand aan Nederland van delen van Limburg en Luxemburg. Minister van State in 1831.

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

MERODE

Bernard de, officier (?-Keulen 1591).Verving hier 1580-83 de stadhouder Willem van Oranje. Resideerde in het Ayttahuis te Lwd., werd juni 1583 min of meer weggeplaagd. Willem Lodewijk volgde hem dec. 1583 op als kapitein-generaal.Zie: v. d. Aa xii, 661-662.

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Merode

(Barg.) nederlaag, armoede.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Merode

(<Hebr.), v., (gemeenz.) armoede: in de merode zitten, zijn, aan lagerwal zijn.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

merode

neerlaag; armoede. Hij is nou in de merode, aan lager wal. Ik maas in de merode.