Wat is de betekenis van merde?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

merde

(1926) (< Fr.) vloek; uitroep van ongenoegen of frustratie. Vgl. Eng. shit*. In Vlaanderen werd begin 20e eeuw nog de verzachtende vorm 'merdekens' opgetekend (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984). • Hij riep „merde" — een woord, welk Hollandsch equivalent gij maar eens dooi uw zoon aan zijn leeraar, maar niet door uw dochte...

2024-04-27
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Merde

Deense vleivorm van Margaretha. Merde betekent in het Frans 'poep, stront' en wordt ook wel gebruikt als uitroep (vergelijk 'shit!' in het Engels en 'Scheiße!' in het Duits).

2024-04-27
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

merde

Het Franse merde, dat oorspronkelijk ‘menselijke uitwerpselen, schijt’ betekent, wordt door slechts een enkele zegsman gebruikt in onze enquête uit 1993. In die van 1997-1998 schiet dat aantal omhoog. Het woord doet dienst als een uitroep en drukt irritatie, heftige verontwaardiging, wanhoop, onmacht, teleurstelling, ongedu...

2024-04-27
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Merde

v Deense vleivorm van Margareta. Merde betekent overigens in het Fra. 'poep, stront’ en wordt ook wel gebruikt als uitroep (vgl. 'shit!' in het Eng. en ‘Scheiße!’ in het Du.).

2024-04-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Merde

stront; merde!, stik!

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)