Wat is de betekenis van meesterschap?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

meesterschap

meesterschap - zelfstandig naamwoord uitspraak: mees-ter-schap 1. het optimaal beheersen van een vak ♢hij beoefent dat vak met meesterschap 1. vakmanschap is meesterschap [aan de kundigheid zie je dat het...

2024-04-29
De Communicatieprofessional

Piet Hein Coebergh (2015)

meesterschap

Iets echt goed kunnen.

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

meesterschap

meesterschap - De vaardigheid om hoog kwalitatief werk af te leveren.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Meesterschap

s.n., masterkip (it).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Meesterschap

o., 1. graad van meester: 't meesterschap in de zeven vrije kunsten. 2. talent van iem. die meester in het vak is: spelen om het meesterschap, een spel spelen, om te zien wie er de knapste in is; — hoedanigheid en macht of gezag van hem die meester is over anderen, heerschappij: zich het meesterschap aanmatigen; &md...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

meesterschap

o.; het zijn van meester in enige kunst, enig vak enz.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

meesterschap

o. het meester zijn inz. 1. → meester (I 1) : iemand zijn doen gevoelen; over de taal. 2. → meester (I 2 h): spelen om het -.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

meesterschap

o., 1. graad van meester: het meesterschap in de zeven vrije kunsten; hoedanigheid van meester in een ambacht; 2. talent van iemand die meester in het vak is: dat is met meesterschap gedaan; 3. gezag van hem die meester is over anderen, heerschappij: zich het aanmatigen; (fig.) zijn over de taal.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)