markthallen
markthallen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord markthal
Wiktionary (2019)
markthallen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord markthal
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Koop- of markthal waar allerlei goederen verhandeld, gemeten, gewogen, gekeurd en opgeslagen werden. Grote steden bezaten hun laken, saai-, wol-, zijde-, koren-, vlees- en wijnhallen. Op de verdieping bevonden zich schepen- en gildezalen (hallen van Ieper en Brugge, ‘Seidenhof’ van Zürich).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Overdekte markten, waar uitsluitend of voornamelijk levensmiddelen worden verhandeld. In den regel worden ze opgericht en beheerd door de (gemeentelijke) overheid. Sommige m. zijn bestemd voor den groothandel, andere voor den kleinhandel, weer andere voor beide. Vele m. zijn ontstaan uit week- of dagmarkten.Ofschoon reeds in vroegere eeuwen voorbee...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: