Wat is de betekenis van market?

2024-04-27
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

market

(zelfstandig naamwoord) markt, winkel, supermarkt

2024-04-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

market

I. markt; aftrek, vraag; be in the market for, nodig hebben, aan de markt zijn voor...; not in the market, niet op de markt, niet in de handel; come into the market, op de markt of in de handel komen; place (put) them on the market, ze te koop bieden (stellen); bring one’s hogs (eggs) to a bad market, van een koude kermis thuiskomen; make a m...

2024-04-27
Woordenboek Turks-Nederlands

MEHMET KIRIŞ (2024)