Wat is de betekenis van marker?

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

marker

(zelfstandig naamwoord) [alg.] markeerstift - Met een markeerstift schrijft ze op elke doos naar welke ruimte die moet. [wetensch.] kenmerk, kenteken, markeerder, merkstof - Om te zien hoe de populatie zich mengt, geven we aan verschillende individuen verschillende kenmerken.

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

marker

marker - Zelfstandignaamwoord 1. een markeerstift die doorzichtige fluorescerende inkt bevat die erg opvalt Door het gebruik van een marker kon de tekst niet meer gekopieerd worden. Woordherkomst Uit het Engels

2024-04-26
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

marker

(de; s) 1 - voorwerp, bijvoorbeeld een muntje, waarmee de ligplaats van de bal wordt gemarkeerd zodat de bal kan worden opgepakt en later op dezelfde plek worden teruggelegd, syn. balmerker, merker, ballmarker. 2 (de golf- regels) - iem. die door de commissie is aangesteld om bij strokeplay de score van een competitor te noteren; hij kan een medeco...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Marker

[Eng.] 1. voorwerp om iets te markeren; 2. (biochem.) kenmerk, bijv. voor het onderscheiden van verschillende cellen.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Marker

viltstift

2024-04-26
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Marker

Markeringsteken Een symbool, dat wordt gebruikt om een bepaalde positie aan te geven.

2024-04-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

marker

1. aantekenaar, opschrijver, markeur; 2. leeswijzer; 3. fiche, markje.

2024-04-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Märker

bewoner v.d. mark Brandenburg.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)