Wat is de betekenis van manicuurde?

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

manicuurde

manicuurde - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van manicuren ♢Ik manicuurde ♢Jij manicuurde ♢Hij, zij, het manicuurde