Wat is de betekenis van Mānĕ?

2025-07-16
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Mane

Zuid-Nederlandse naam. Verkorting van Herman of Immanuel.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mane

mane - Werkwoord 1. aanvoegende wijs van manen

2025-07-16
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Mane

m Zuid-Ndl. naam. Verkorting van Herman of Immanuel.

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

mane

manen [van een paard].

2025-07-16
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

mane

morgen.

2025-07-16
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Mānĕ

subst. indecl. neutr. (abl. sing. mani, Pl.), morgen, vroegte, multo mane, zeer vroeg, Cic., a mane diei, Auct. bell. Afr., mane erat, Ov. | adv. vroeg, des morgens, bene mane, zeer vroeg, Cic., hodie -, cras mane, Cic.

2025-07-16
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)