mancha
bevlekken, klad, schandvlek, smet, smetten, spikkel, vlak (vlek), vlakken, vlek, vlekken
Dr. C.F.A. van Dam (1948)
f. vlek, bezoedeling, bevuiling; smet, oneer, schande; la Mancha, La Mancha (in Spanje); la Mancha, het Kanaal (tussen Frankrijk en Engeland).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Anthony Winkler Prins (1870)
Mancha (La), het zuidelijk gedeelte van het Spaansche koningrijk Nieuw-Castilië en sedert 1822 het hoofdbestanddeel der naar hare hoofdstad genoemde provincie Ciudad Real, die op 3681/2 geogr. mijl ruim 264000 inwoners telt (1870), ligt tusschen Toledo, Cuenca, Murcia, Jaen, Cordova en Estremadura, ten zuiden van den Siërra Morena, ten zuidoosten v...
Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)
of La Mancha, voormalige prov. van Spanje, vormt tegenwoordig het hoofdbestanddeel der prov. Ciudad-Real.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: