Wat is de betekenis van Mamsel?

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Mamsel

[v. Fr. mademoiselle] (Z.N.) juffer.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Mamsel

samentrekking van mademoiselle (mejuffrouw)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mamsel

(<Fr.), v. (-s), mademoiselle, juffer; eert. inz. voor een gouvernante; soms als schimpwoord: kijk, wat een mamsel!

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

mamsel

mamsel - v., samentrekking van „mademoiselle” (mejuffrouw).

2024-04-30
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Mamsel

mamzel, verkorting van mademoiselle.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mamsel

MAMSEL of MAMMESEL, v. (-s), mademoisélle, juffer (ook schimpwoord kijk, wat een mamsel!)