Wat is de betekenis van Maledictie?

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Maledictie

[Lat. maledictio, van maledicere, -dictum = kwaad-spreken, schelden] vervloeking, verwensing; ook: kwaadsprekerij.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Maledictie

(malediktie) verwensing

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Maledictie

vloek; verwensing

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Maledictie

(<Er.), v. (-s), vloek, verwensing.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

maledictie

v. 1 vloek, verwensing; 2 (ook:) achterklap.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

maledictie

v. maledicties; Fr. (Lat. maledictio): vloek, verwensing.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

maledictie

➝ malediktie.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

maledictie

[Fr.], v. (-s), vloek, verwensing.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

maledictie

maledictie - v., vloek ; verwensching ; kwaadsprekerij.