Wat is de betekenis van makron?

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

makron

makron - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) amandelkoekje, bitterkoekje, suikerbroodje; koekje bereid uit amandelspijs en eiwit, met naar plaats en tijd verschillende bereidingswijzen, rond 1900 in België en Zuid-Nederland vooral een heel klein meelkoekje op papier vastgebakken, vanaf de twintigste eeuw ook twee zulke koekjes op elkaar...

2025-07-16
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

makron

zie macaron.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Makron

zie makaron.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

makron

m. makrons; zie makaron.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

makron

= makaron.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Makron

Makron m. (-s), (Zuidn.) bitterkoekje.

2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)