MAKKUMER- of KOUDEMEER
Voormalig meer O. van Makkum, drooggemaakt 1876-79, tegelijk met de Parregaaster- en Workumermeren Z. daarvan. Bij K.B. 1874 kreeg L. C. Ledeboer te Makkum concessie tot droogmaking; in 1876 Fr. Landaanwinningsmij. Voorwaarde was o.a. het ‘graven’ van een scheepvaartkanaal (z Panhuyskanaal) dwars door het M. tussen de Grote Zijlroede e...