Wat is de betekenis van Maiden?

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Maiden

[Eng. = ongehuwd, maagdelijk, van OEng. maegden = verklw. beantwoordend aan OEng. maegedh = maagd] maidenspeech, eerste redevoering, spec. die van lid van parlement; maiden Queen (= de maagdelijke koningin), Elisabeth I van Engeland (1558-1603).

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

maiden

I. jonkvrouw, meisje, maagd; II. maagdelijk, jonkvrouwelijk; ongetrouwd, meisjes-; eerste; maiden name, familie-, meisjesnaam [v. getrouwde vrouw]; maiden speech, eerste redevoering van nieuw lid.

2024-04-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Maiden

engelsch: maagd; in de paardensport: een paard dat nog geen prijs of alleen een match (zie ald.) gewonnen heeft. Maiden speech: de eerste redevoering.