Magnum hoc ego duco, quod placui tibi, qui turpi secernis honestum, non patre praeclaro, sed vita et pectore puro
Dit acht Ik van belang, dat ik aangenaam ben geweest aan u, die een geacht man onderscheidt van een niet geachte, niet vragend, of de vader van hoge geboorte is, maar of hij rein is van levenswandel en inborst. Horatius, Satirae 1. 6. 62.