Magnolia cordata MICHX
O. N.-Amerika, Georgië; 10 m. Synoniem: M. acumináta var. cordáta SARG.. Wordt soms als variëteit van voorgaande soort beschouwd; hij vormt echter een meer breed opgroeiende, en dicht vertakte struik of een kleine boom met een brede afgeronde kroon. Jonge twijgen eerst behaard, later kaal en donkerbruin; bladeren 8-15 cm lang, 6-12 cm breed, bove...