Wat is de betekenis van macromolecule?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

macromolecule

macromolecule - Zelfstandignaamwoord 1. (natuurkunde) (scheikunde) een molecuul met een relatief hoge moleculaire massa. (algemeen gezien bestaande uit meer dan 1000 atomen) Woordherkomst afgeleid van molecule met het voorvoegsel macro- Synoniemen macromolecuul

2025-07-15
Begrippenlijst Arbeidsgeneeskunde

Redactie Ensie (2018)

Macromolecule

Een molecule dat bestaat uit een groot aantal atomen en dat dus een hoog moleculair gewicht heeft. Polymeren zijn macromoleculen. 139

2025-07-15
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

macromolecule

groot molecule, opgebouwd uit ketens van gelijke, eenvoudige bestanddelen, covalent met elkaar verbonden (bv. aminozuren die een eiwit opbouwen).

2025-07-15
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Macromolecule

(= zeer groot molecule) (natuurk.) is het colloïddeeltje van een stof met zeer hoog moleculair gewicht (bijv. caoutchouc); dus géén aggregaat van kleinere moleculen.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

macromolecule

v./m. (-culen), molecule waarvan het moleculair gewicht uitgaat boven 10000. De naam macromolecule is ingevoerd om een duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen de chemische verbindingen met een lager en gewoonlijk nauwkeurig vast te stellen moleculair gewicht, en de stoffen, waarvan het moleculair gewicht niet precies op één eenhe...