lover
lover - Zelfstandignaamwoord 1. (m) minnaar 2. (n) gebladerte Woordherkomst eerste betekenis geleend van het Engels, tweede betekenis van loof (met het achtervoegsel -er)
Wiktionary (2019)
lover - Zelfstandignaamwoord 1. (m) minnaar 2. (n) gebladerte Woordherkomst eerste betekenis geleend van het Engels, tweede betekenis van loof (met het achtervoegsel -er)
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s, -en), 1. (gew.) blad: zie naar de lovers, melieve, die luchtig glinst’ren in de zonneschijn; hopen dorre lovers; 2. gebladerte, groen: het lover van het park; de wind ruist in ’t lover; 3. metalen of geborduurd blaadje ter versiering: kralen en lovers.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s, -en), 1. gebladerte, groen: het lover van het park; 2. metalen of geborduurd blaadje ter versiering: kralen en lovers.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: