Loopvogel
m. (-s), orde der vogels met kleine tot vliegen ongeschikte vleugels, en krachtige tot lopen ingerichte poten (Cursores): de struisvogel, kazuaris en kiwi behoren tot de loopvogels.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), orde der vogels met kleine tot vliegen ongeschikte vleugels, en krachtige tot lopen ingerichte poten (Cursores): de struisvogel, kazuaris en kiwi behoren tot de loopvogels.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
vogel met weinig vliegvermogen. vogel met krachtige poten die zich vooral lopend verplaatst en meestal weinig ontwikkelde vleugels heeft met een gering of soms geen vliegvermogen. Voorbeelden: Tot de orde van de loopvogels (Strutioniformes) rekent men 4 onderordes: * 1. Nandoes, (Rhea) * 2. Struisvogels, (Struthiones) * 3. Casuarisse...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
loopvogel - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) vogel met krachtige poten om te lopen maar vleugels die ongeschikt zijn om te vliegen Verwante begrippen struisvogel; emoe; kiwi
J.H. van Dale (1898)
Loopvogel m. (-s), (nat. hist.) eene orde der vogels met kleine tot vliegen ongeschikte vleugels, lange en krachtige tot loopen ingerichte pooten; de beenderen zijn met merg gevuld: inz. struisvogel, casuaris en kiwi behooren tot de loopvogels (cursores).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: