Wat is de betekenis van Linkmiegel, linkmiggel, linkmichel?

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

linkmiegel, linkmiggel, linkmichel

(1894) (Barg.) akelig of gevaarlijk persoon (die anderen afloert), schelm; sluw iemand; listige bedrieger; ruziemaker; vechtersbaas. Tegenwoordig vooral in de zin van profiteur. Oorspronkelijk wellicht Amsterdams. Door Jan Berns & Jolanda van den Braak (Amsterdams. Taal in stad en land. 2002) wordt 'linkmiggel' omschreven als een 'slag-om-de-ar...

2025-07-17
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Linkmiegel, linkmiggel, linkmichel

(Bargoens) akelig of gevaarlijk persoon (die anderen afloert), schelm; sluw iemand; ruziemaker; vechtersbaas. Reeds bij Henke. Tegenwoordig vooral in de zin van ‘profiteur’. Oorspronkelijk wellicht Amsterdams. Door Berns & Van den Braak wordt linkmiggel omschreven als een ‘slag-om-de-arm-houder’. Een linkmiggel is b...