Wat is de betekenis van levensmiddelen?

levensmiddelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord levensmiddel

wat als voedsel voor de mens kan dienen. Ze zijn van dierlijke en plantaardige aard. De dierlijke bevatten meer eiwit en vet, de plantaardige meer koolhydraten. Peulvruchten (bonen, erwten, linzen) nemen een aparte plaats in; zij bevatten 25% eiwit. Alle levensmiddelen vallen onder de keuring van de Warenwet.

in de Reformkost worden volgens de terminologie van Kollath al die voedingsstoffen, die nog in directe verbinding staan met het leven en de levenskrachten, l. genoemd. Deze zijn bijzonder rijk aan aanvullende stoffen, en vitaminen en hebben de hoogste waarde voor de gezondheid. Hiertoe behoren verse groenten, volle kiemkrachtige en gekiemde graanko...

zie voedingsmiddelen.

s.pl., libbensmiddels, iten (it).

...

o. mv. (eetwaren).

Voor de samenstelling, de kostprijzen, het vitaminengehalte e.a., zie → Voeding. Voor keuring van l. ter voorkoming van vervalsching, bederf, verontreiniging, besmetting en vergiftiging, zie → Vleeschkeuringswet; Warenwet.

zie Voeding.