leuteren
...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Van Dale Uitgevers (1950)
(leuterde, heeft geleuterd), 1. (veroud., Zuidn.) loszitten, waggelen: het slot leutert; (zeew.) een leuterend (fladderend) zeil; — (fig.) het leutert hem in de bol of de kei leutert hem, hij is half gek; zijn zeggen leutert, men kan niet vertrouwen op hetgeen hij zegt; 2. (ouderw.) talmen, treuzelen...
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1809) (inf.) zaniken, zeuren. 'Lig niet zo te leuteren'. Herkomst onzeker. In de zin van 'in de war raken, zijn verstand kwijtraken' werd het werkwoord al opgetekend in de 17e eeuw. • Veldzangen schreven zij, waarin Dorilas en Celeste, een herder en een herderin, leuteren over de vogels en de schaapjes , maar er niet in slagen kunnen, iets...
Muiswerk Educatief (2017)
leuteren - regelmatig werkwoord uitspraak: leu-te-ren 1. onzin praten ♢ wat leuter je nou, daar klopt toch niets van? Regelmatig werkwoord: leu-te-ren ik leuter jij/u leutert ...
Marc De Coster (2017)
Leuteren - slang voor het urineren op de fiets. Leuter = mannelijk lid. Vgl. de pijp kloppen, een praatje slaan met een boom.
Marc de Coster (2009)
Informele term voor het urineren op de fiets. Leuter is een Bargoens woord voor het mannelijk lid. Vgl. de pijp kloppen; een praatje slaan met een boom.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: