Leukoplast
[v. Gr. leukos = wit, en plassein = vormen] kleurloos lichaampje in protoplasma, dat zetmeel vormt.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Gr. leukos = wit, en plassein = vormen] kleurloos lichaampje in protoplasma, dat zetmeel vormt.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Jozef Verschueren (1930)
('plast) m. en o. [Gr. plastès, vormer] 1. hechtpleister met witte zalf erop. 2. Uitbr. strookje linnen met kleefstof erop om een verband op een wonde vast te plakken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Gr. pladzo, slaan], m. (-en), (ook: amyloplast), ongekleurd celorganel. Leukoplasten zijn ongekleurde plastiden die vooral in het protoplasma van de cellen van die plantendelen voorkomen, waarin zetmeel als reservevoedsel wordt opgeslagen (knollen, wortelstok, zaden). De zetmeelkorrels worden door deze leukoplasten gevormd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: