LET
Let's
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
Let - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Letland, of iemand afkomstig uit Letland Zie ook let
De Bie (1974)
Een geslagen bal die op verzoek van een van de spelers of de scheidsrechter wordt overgespeeld, zonder dat de puntentelling hierdoor verandert.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. verhinderen, (be)letten; II. 1. verhindering, beletsel; 2. bal die overgespeeld wordt [tennis]; without let or hindrance, onverhinderd, onbelemmerd. III. 1. laten, toelaten; 2. verhuren; let blood, aderlaten; IV. verhuren; to let, te huur; let alone, zich niet bemoeien met, met rust laten; er van afblijven; let alone, laat staan, daargelaten d...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. v., (gew.) let spelen, krijgertje spelen; hij is let, hij moet vangen. II. o., (gew.) letsel: ik heb er geen let van, het hindert mij niet. III. m. (-ten), bewoner van Letland. IV. meisjesnaam; zie LETJE (II).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: