Wat is de betekenis van lengen?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

lengen

langer worden. Voorbeelden: Ondanks het late tijdstip, maart, is een aantal koolvariëteiten nog niet in bloei geschoten. Kool schiet meestal door na een koudestoot als de dagen gaan lengen. De geringe schietgevoeligheid is een gunstige eigenschap, want doorgeschoten kool laat zich niet meer verkopen. NRC, 1994 De Zon rijs...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lengen

lengen - Werkwoord 1. (ov) langer maken 2. (ov) dunner maken Voeg wat bouillon toe om de saus te lengen. 3. ergatief langer worden Vanaf 22 december beginnen de dagen weer te lengen. lengen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van...

2024-04-29
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

lengen

Lange strop aan beide zijden van een lus voorzien.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lengen

v., lang(j)e, ling(j)e; de dagen — de dagen winne, binne yn it winnen; de dagen beginnen al aardig te —, wy binne al moai oan, yn it gewin; de avonden, de jounen komme jin tomjitte.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lengen

lengde, h. (1), i. (2) gelengd (1 langer maken; 2 inz. langer worden): 1. een kleed lengen, vero.; 2. na Kerstmis lengen de dagen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lengen

('lengən) (lengde, gelengd) I. (heeft) 1. langer maken, verlengen : bladtin -. 2. dunner maken, aanlengen : een saus -. II. (is) langer worden : de dagen zijn aan ’t -. Tgst. korten.

2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lengen

LENGEN, (lengde, heeft en is gelengd), (w. g.) verlengen, langer maken, uitrekken; (ook) aanlengen, dunner maken eene saus lengen; — langer worden: de dagen beginnen reeds te lengen; — aaneenbinden van de netten, bij de steurharingvangst in gebruik. LENGING, v. (-en), het verlengen.