Wat is de betekenis van leertje?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

leertje

leertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord leer

2024-04-29
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

leertje

(het; -s) TU - hulpstuk van leer dat om de pols, handpalm en (twee of drie) vingers kan worden gebonden en vastgezet, meestal gebruikt om de trekkracht aan de ringen en de ligger(s) van brug ongelijk en rek beter te beheersen en te benutten, maar ook om blaren te voorkomen; rekleertje, ringleertje, brugleertje. → handbeschermer

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Leertje

o. (-s), (II).

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

leertje

o. leertjes (een stukje leer).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

leertje

('le:rtjə) o. (–s) stukje, reepje leder.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Leêrtje

Leêrtje, (B. -N), o. (-s), stukje leder, riempje.