Wat is de betekenis van Leelijk?

2025-07-15
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Leelijk

is het tegenovergestelde van →schoon; het onderstelt een onvolkomenheid (wanorde, niet bereikt doel enz.) en baart onaangename gevoelens, die op hun beurt →aesthetisch genoten kunnen worden in bepaalde gevallen, hetzij in zichzelf, hetzij in perfecte kunstvormen, die de beteekenis van het leelijke belangeloos doen aanschouwen.

2025-07-15
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Leelijk

staat voor leeddijk: wat ons leed doet, onaangenaam is.

2025-07-15
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Leelijk

staat voor leedlijk, zie Lijden.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Leelijk

Leelijk bn. bw. (-er, -st), wat de zinnen inz. het gezicht onaangenaam aandoet; niet fraai, niet schoon, misvormd, wanstaltig: een leelijk gezicht; een leelijk schepsel; zij is afschuwelijk leelijk; zoo leelijk als de nacht; — zij is te leelijk om voor den duivel te dansen, (ook) om te helpen denderen, zeer leelijk; — eene leelijke mod...

2025-07-15
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Leelijk

zie Afgrijselijk.

2025-07-15
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Leelijk

Leelijk, bn. en bijw. (-er, -st), niet schoon, niet fraai, mismaakt, misvormd; onaangenaam, lastig, verdrietig, bedroevend; onbeschaamd; aanstootelijk; hobbelig (van eenen weg); slordig (van het weder); zedelijk slecht, laag (van eene handeling); toornig; hatelijk, walgelijk, afschuwelijk; een -e vent, een knorrepot, een brombeer; er - uitzien, gee...