Wat is de betekenis van Laudātŏr?

2025-07-17
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Laudātŏr

ōris, m. prijzer, lofredenaar, in ongunstige zin = pluimstrijker. | in ’t bijz., gunstige getuige (voor het gerecht); houder van een lijkrede.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

laudator

(lou'da:tor) m. (-s, -en) (spr. 'to:rən) [Lat.] lofredenaar.

2025-07-17
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)